Japan beëindigt ondersteuningsmissie Afghanistan

Voor de laatste keer heeft Japan een operatie uitgevoerd voordat het mandaat voor zijn missie in Afghanistan op 1 november deze week afloopt. Maandag werd nog een Pakistaanse boot bijgetankt.

De nieuwe premier Yasuo Fukuda maakte van de verlenging van de missie een prioriteit maar het is onduidelijk of het hem lukt dit door het parlement te krijgen.

Japan tankte sinds 2001 oorlogsbodems van de coalitie bij in de Indische Oceaan en de Verenigde Staten en Japan willen hier graag een voortzetting van zien.

Maar verslaggevers zeggen dat er toenemende tegenstand voor dit soort acties in het Japanse parlement is.

De missie is in een kwaad daglicht komen te staan door beschuldigingen dat Japan meer brandstof aan de strijdkrachten van de Verenigde Staten heeft geleverd dan officieel was gemeld.

Grondwettelijke vraagstelling
Dit heeft tot speculaties geleid dat Tokyo geholpen heeft om de oorlog van de Verenigde Staten in Irak te bevoorraden, dus niet alleen hun operaties in Afghanistan.

De Japanse wet verbiedt het om te vechten tegen andere landen maar de regering heeft onlangs geprobeerd die te herzien om een meer robuuste defensiepolitiek te kunnen voeren.

In de afgelopen jaren heeft Japan wel troepen gestuurd naar Irak op een humanitaire missie evenals dus de coalitie bevoorraad voor Afghanistan.

De stationering van militairen in Irak eindigde in 2006, terwijl die met betrekking tot Afghanistan maandag stopte, toen een Pakistaanse schuit een verse lading brandstof aan boord nam. Dit hebben media in Japan gemeld.

De Associated Press citeerde een Japanse functionaris van het ministerie van Defensie die zei dat er verder geen boten meer worden bijgetankt.

Japan is geen lid van de NATO, en doet ook niet mee aan de ISAF-veiligheidsmacht in Afghanistan, maar voorzag de troepen van de coalitie van brandstof op zee.